de-strijd-tegen-de-windmolens.reismee.nl

Halfweg

We rijden tegen half elf Toledo uit. Dat wil zeggen, we zaten al buiten Toledo, maar met uit wordt bedoeld, echt weg van de stad. Het was een mooie en goede Parador, een van die Paradors met het meest fantastische uitzicht (en we hebben er al wat versleten, dus enig vergelijkingsmateriaal is voorhanden) dat we tot nog toe tegenkwamen.

Op naar de volgende.

Trujillo, diep verscholen in de minst toeristische regio van Spanje: Extremadura. Niet dat er geen toeristen komen, het zijn er gewoon een stuk minder.

Uiteindelijk blijft het nog een forse trip te zijn naar een plaatjse met een bijzonder stratenplan. Niet meer bijzonder dan Toledo, want één auto breed en je spiegel slechts daar kunnen uitklappen waar een portiek in de straat aanwezig is ook daar dagelijkse realiteit, maar Trujillo onderscheidt zich door de volkomen stilte. Net als we denken dat het een spookstad is, komen we op het centrale plein waar het wemelt van de mensen, en hier en daar een kudde toeristen losgelaten uit een rondreisbus.

We eten er een middagmaal.

De Parador is een welkome uitbreiding in het assortiment. Oud klooster, binnenplaats 1, binnenplaats 2 en ondanks de goede bewegwijzering toch een doolhof. Het duurt even voor we het zwembad hebben weten te vinden, maar dan heb je ook wat: ijskoud water om de stoffige hitte van je af te spoelen. Ik waag een middagdut terwijl Mariella daadwerkelijk gaat plonzen.

Tegen vijven is het uit met de relaxpret en moeten, nou nee, gaan we het stadje verkennen. Dat betekent doolhof in en maar hopen dat je bij het kasteel uitkomt. Tiende eeuw, elfde eeuw. Zoiets is het ding oud. Prachtig bewaard gebleven, maar met weinig vertier. In de kapel kun je madonna voor 50 cent een rondje laten draaien en het licht gaat er nog bij aan ook. Qua vermaak is dat alles. Al zal voor de goede katholieken dit geen vermaak zijn, maar pure ernst. Er heeft echter ooit een reformatie plaatsgevonden en deze cultus is met de boedelscheiding achtergebleven.

Na een rondje/50 cent, is het wel genoeg. We gaan de kantelen op. Op zo’n 15 meter hoogte is er rechts van ons een gewelf waar we enige bescherming vinden, maar links van ons slechts een scheenhoog muurtje. Best ingewikkeld om hier te lopen als je weet dat je bij een misstap behoorlijk om een 112 omhoog zit. Een gezin met drie kinderen vinden we dan ook van een hoog risico getuigen en we vragen ons af of zoiets op een attractie in Nederland ook zomaar zou mogen.

De vraag stellen, is ‘m beantwoorden.

Na ruim een uurtje wandelen, ontkomen we niet aan een hongergevoel dat op enigerlei wijze gestild moet zien te worden. Probleem is echter dat we vrijwel nergens ten zuiden van de Pyreneeën tot nog toe een plek hebben gevonden waar de keukens eerder openen dan om 20.30 uur. In tijden van verzengende hitte kan ik me er alles bij voorstellen dat je geen behoefte hebt aan voedsel, maar alleen nog maar ijsblokjes wilt bestellen. Nu het begin oktober is, vind ik het van een andere orde. Dan kun je best om 19 uur reeds de pannen op het fornuis jassen.

Blijkbaar sta ik alleen in deze, want het gebeurt niet. In de Parador bestellen we een hamburger met frieten. Het is half negen.

We zijn nu veertien dagen onderweg en precies halverwege onze vakantie. Het zuidelijkste punt, zo’n 2.000 kilometer van huis, is bereikt. Vanaf nu gaan we ‘weer naar boven’.

We blijven maar één nacht in Trujillo en dat betekent koffers pakken en uitchecken en de benzinemeter in de Audi aansporen. Maar voordat ik dat kan doen, moet ik eerst de garage uit. Een geluk dat naast mij slechts een andere gast 12 euro over heeft voor een overdekte parkeerplaats. Het is namelijk zo krap en smal, dat mocht ik een volle garage hebben willen verlaten, ik met een plamuurmes de auto van de zijkanten af zou hebben moeten schrapen. Het is zo krap, dat het parkeersysteem in de auto continu zeurt dat er een obstakel in de weg zit. Ja kunst, dat zijn de zijkanten van de garage en de palen waarop het geheel rust. Die staan op standje Smart afgesteld.

Na wat wrikken, vervolgen we de weg naar Jarandilla de la Vera. Onderweg bekijken we nog even waar Karel V zijn laatste maanden sleet voor hij ergens in de 16e eeuw de geest gaf. Is toch de heerser over onze gebieden geweest en leermeester (oid) van onze Willem de Zwijger. Stukje vaderlandse geschiedenis dus.

Het klooster van Karel V ligt mooi verscholen in een bergachtig gebied waar ook onze volgende Parador zich bevindt. We komen er redelijk vroeg aan en er is in het stadje niks te beleven. Nou ja, er is een kasteel.

Maar dat is dus de Parador, en het bezoeken ervan doen we via onze reservering.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!